Noem je jezelf een groep of een team? Vaak worden deze aanduidingen door elkaar gebruikt, maar er is een verschil. In dit artikel een korte schets van de karakteristieken en de ontwikkeling van groepen en teams om inzicht te geven in samenwerking.
Wanneer werk je in een groep?
De definitie van een groep is twee of meer mensen die samenwerken met een bepaald doel voor ogen. De individuen communiceren en zijn afhankelijk van elkaar om het doel te bereiken (Robbins & Coulter, 2013). Groepen kunnen formeel en informeel van aard zijn. Een voorbeeld van een formele groep vind je terug in bedrijven, zoals een groep inpakkers aan de lopende band. Zij hebben een taak die is voortgevloeid uit een organisatiedoelstelling (Robbins & Judge, 2011). Formele groepen zijn nog verder op te splitsen in bevelgroepen of taakgroepen. Informele groepen worden onderling gevormd en zijn sociaal van aard. Vaak zijn deze groepen gebonden door gedeelde interesses of vriendschappen.
Stadia van groepsontwikkeling
Wanneer je samen bent geplaatst om een bepaald doel te realiseren, ben je niet direct een vlot lopende machine. Groepsontwikkeling is een proces. Bruce Tuckman (psycholoog) heeft onderzoek gedaan naar teamvorming. Hij heeft aangetoond dat een groep vijf fasen doorloopt. Het kan zijn dat een groep blijft steken in een bepaalde fase. Ook worden sommige fase simultaan doorlopen of begint de cyclus opnieuw. Hieronder de vijf stadia.
-
- 1 – Formering (of vormen)
Hierin wordt men lid van een groep. In deze fase wordt ook het doel van de groep bepaald en een leider aangewezen. Er heerst nog veel onzekerheid en de verhoudingen zijn nog niet helemaal duidelijk.
-
- 2 – Schikking (of stormen)
In deze fase worden, mede door conflicten, de verhoudingen bepaald. Het individu wordt enigszins beperkt door het lid zijn van de groep en biedt hiertegen weerstand.
-
- 3 – Normering (normeren)
In deze fase ontstaan relaties en samenhang. Teamleden staan meer open voor elkaar en vatten meningsverschillen daarom niet meer op als persoonlijke aanvallen. Er zijn rollen en taken verdeeld en er worden doelstellingen geformuleerd.
-
- 4 – Presteren
De groep functioneert in fase vier naar behoren nu alle pijlen zijn gericht op het goed uitvoeren van taken. Het team is gericht bezig om de doelstelling te halen. Elk teamlid is bekend met de werkwijze en staat hierachter. Het werken is plezierig, harmonieus en gaat voorspoedig. Ook is ieders gedrag flexibel.
-
- 5 – Afwikkeling (uiteengaan)
Het doel is bereikt en het team wordt daarom opgeheven. Tegen het einde van de periode daalt mogelijk de motivatie omdat er een onplezierig moment te wachten staat. Het team valt uiteen.
In de afbeelding is de ontwikkeling van groepsfasen uitgebeeld door Martijn Vroemen. De grijze lijn die zich langzaam omhoog beweegt representeert de effectiviteit van de groep. Deze lijn is te lezen van beneden (lage effectiviteit) naar boven (hoge effectiviteit). Na verloop van tijd wordt de productiviteit hoger. De lijn wordt weergegeven op de horizontale as die zich van links naar rechts beweegt. Zoals de pijl in cirkelvorm aangeeft, bevinden groepen zich mogelijk in een cyclus tijdens stadia twee tot en met vier.
Wanneer zit je in een team?
Teams zijn formele groepen die samen verantwoordelijk zijn voor het behalen van een bepaald doel. In tegenstelling tot groepen dragen teams samen een verantwoordelijkheid voor hun (totale) productie (Robbins & Coulter, 2013). Effectieve teams hebben acht punten waardoor ze worden gekenmerkt:
- Heldere doelen
- Relevante vaardigheden
- Onderling vertrouwen
- Eensgezindheid
- Goede communicatie
- Onderhandelingsvaardigheden
- Geschikt leiderschap
- Interne en externe ondersteuning
Te onderscheiden soorten teams zijn:
Probleemoplossende teams. Een aantal personen die zich bezighouden met een vraagstuk.
Zelfsturende teams. Teams met eigen verantwoordelijkheden en autorisatie.
Crossfunctionele teams. Leden uit verschillende afdelingen werken samen aan één case.
Het toverwoord dat teams tot betere prestaties leidt is synergie.
Omdat tegenwoordig zoveel bekend is over teams, zijn er ook organisaties die zich specialiseren in teamontwikkeling. Deze zijn gericht op bijvoorbeeld erg jonge teams (in storm fase) of teams die op de automatische piloot draaien. Tot slot kunnen tegenwoordig ook virtuele teams worden gevormd. Deze communiceren met behulp van moderne technologie (cloud-werken, video-bellen, etc.) en komen niet in fysieke aard bijeen.
Bronnen en verder te lezen:
Groepsdynamiek.nl. (2013). Tuckmans ontwikkelingsstadia. Geraadpleegd op 21 mei 2015 via http://www.groepsdynamiek.nl/tuckmansstages.html
Robbins, S. P. & Coulter, M., (2013). Management (11e editie). Amsterdam: Pearson Benelux.
Robbins, S. P. & Judge, T. A. (2011). Gedrag in organisaties (10e editie). Amsterdam: Pearson Benelux.
Teamontwikkeling.net. (z.j.). De vijf ontwikkelingsstadia van Bruce W. Tuckman. Geraadpleegd op 21 december 2017 via http://www.teamontwikkeling.net/groepsdynamischetheorieen/ontwikkelingsstadia_Tuckman.asp